Geschiedenis van de dorpen Wiuwert en Britswert
Wiuwert en Britswert zijn beide terpdorpen. Daaruit kan geconcludeerd worden dat zo’n 20 eeuwen geleden al boeren en vissers in deze dorpen woonden. Vooral de visserij en de scheepvaart waren belangrijke middelen van bestaan. Dat heeft tot in de 17de eeuw geduurd. Het Swaenwerdermeer en het Britswertermeer leverden veel vis, maar ook op de Middelzee werd druk gevist. Wiuwert en Britswert lagen in die tijd beide aan een inham van de Middelzee. Na het dichtslibben van de Middelzee en het inpolderen van beide meren verdwenen de vissers. Wiuwert en Britswert werden agrarische dorpen.
Van beide terpen is niet veel meer over. De fel begeerde terpaarde is verhandeld door schippers met hun “modderskûtsjes”.
Een schipper heeft bij het afgraven van de Swaenwerderterp nog een prachtige vondst gedaan; 37 gouden voorwerpen. De eigenaren van de terp hebben allen een voorwerp uit mogen zoeken, de rest werd door de schipper verkocht. Eerst heeft hij de verzameling aangeboden aan het Friese genootschap, toen echter bleek dat deze niet diep genoeg in de buidel wilde tasten is de goudschat verkocht aan het Rijk. Nu nog is de hele
collectie te bezichtigen in het Leids Historisch Museum.
Heel bekend is het geslacht Walta, dat op het Waltaslot of Thetinge-State woonde. De Walta’s leefden in de beide dorpen van de 15de eeuw tot begin 17de eeuw. Hun bezit bestond uit 5 boerderijen in Britswert en 6 in Wiuwert.
Daarnaast bezat men nog een aantal stukken land.
Op de plek van Thetinge-State staat nu de boerderij aan Bessens nr. 5.
Thetinge-State is geruime tijd als klooster gebruikt en wel door de Labadisten.
De Labadisten vormden een godsdienstige sekte onder leiding van de Fransman Jean de Labadie.
Deze meneer de Labadie wilde de Rooms Katholieke en de Gereformeerde kerk hervormen. Via vele omzwervingen waren de Labadisten op Thetinga-State terecht gekomen. Onder andere doordat het vrouwelijke deel van de Walta’s erg veel belangstelling toonde voor de sekte. Anna Maria van Schuurman een geniale en zeer kunstzinnige vrouw was ook aangesloten bij de sekte. In het “Coopmanshûs” te Franeker is nog veel knip- en borduurwerk van deze vrouw te bewonderen.
In Britswert heeft ook een bijzondere, godsdienstige gemeenschap geleefd. Van deze ge-meenschap is echter minder bekend dan van de Labadisten. Het betrof de Rijnsburgse Collegianten die een soort gemeente hadden op Kromwal. Hun geschiedenis ontstond toen in 1621 een zekere Gijsbert van der Kodde van Warmond, te Rijnsburg een vrije gemeente stichtte die zich afscheidde van de Remonstranten. De leden van deze gemeente verzetten zich tegen de krijgsdienst en waren tegen elke vorm van weelde. Omstreeks 1800 was deze richting weer zo goed als uit ons land verdwenen.
De overgebleven leden sloten zich aan bij de Doopsgezinde gemeente op Kromwal.
Wiuwert kwam in 1795 opnieuw in de belangstelling. Nu door een raadselachtige ontdekking. Bij toeval hadden timmerlieden namelijk een kelder met mummies ontdekt in de kerk van het dorp. Nu nog komen jaarlijks ruim 10.000 mensen deze grafkelder in de kerk bezoeken.
Een sprongetje in de tijd;
iets over het onderwijs:
Tot in 1914 had ieder van beide dorpen een eigen school. Na dat jaar kwam een combinatie tot stand, de jeugd van Wiuwert ging voortaan in Britswert naar school. In 1957 zijn de rollen omgedraaid. Tegen de zin van de ouders uit Britswert, besloot de gemeenteraad in Wiuwert een nieuwe school te bouwen.
De beide oude schoolgebouwen staan er nog.
De voormalige school in Britswert is inmiddels tweemaal verbouwd en sinds 1982 in gebruik als het dorpshuis van “De Twa Doarpen”. De oude school in Wiuwert is van een particulier en staat aan Bessens nr. 8.
Wilt u meer weten over de geschiedenis van de beide dorpen, dan raden wij u de volgende boeken aan:
- De historie gaat door het eigen dorp A. Algra deel VI
- Baerderadiel, in geakunde.
- Wiuwert en zijn historie (te verkrijgen bij de kosters in de kerk van Wiuwert)
- Op weg naar Wiuwert – Britswert